Een baarmoederontsteking wijst altijd op een infectie. Deze infectie kan buiten in de baarmoeder zelf ook een uitbreiding zijn van een infectie die op een andere plaats in het lichaam zit. De arts zal door middel van een gesprek proberen te achterhalen waar hij de oorzaak voor de baarmoederontsteking moet zoeken. Buiten een lichamelijk onderzoek zal er in de meeste gevallen ook aanvullend onderzoek plaatsvinden. Bij een aanvullend onderzoek zullen bloed en urine onderzocht worden. Ook zal er vaginale afscheiding en wat weefsel op kweek worden gezet om te onderzoeken wat voor infectie de baarmoederontsteking veroorzaakt. Verder kan een arts een hysteroscopisch onderzoek doen of een echo, CT-scan of MRI-scan laten maken.
De oorzaak van de baarmoederontsteking kan het gevolg zijn van een keizersnede of curettage. Er kan een mogelijke verwonding of perforatie zijn ontstaan, een ander risico bij een curettage is het risico dat de baarmoeder niet helemaal schoon is, tijdens het curetteren blijft er wat van de inhoud achter. Verder kan de baarmoederontsteking de oorzaak zijn van het oprekken van de baarmoederhals tijdens een curettage, hierbij kunnen beschadigingen optreden. Een infectie kan ook worden overgebracht tijdens geslachtsgemeenschap, in dit geval spreekt men van een soa.
In de meeste gevallen is een antibioticakuur voldoende om de baarmoederontsteking te behandelen. De kuur krijgt men in combinatie met pijnstillers. Soms wordt de ontsteking erger en ontstaat er pus, dit moet meestal operatief verwijdert worden. Bij complicaties kan de ontsteking zich verspreiden en in sommige gevallen zelfs leiden tot onvruchtbaarheid.