
Brandwonden zijn het gevolg van hitte op de huid voor een bepaalde tijd. De hoogte van de temperatuur bepaalt de brandwond diepte en daarmee ook de bepalingsgraad. Brandwonden worden gezien als de ernstigste verwondingen die een mens kan krijgen. Mensen die ernstige brandwonden hebben gehad hebben vaak de littekens op zowel hun lichaam als hun ziel. De meeste slachtoffers maken de verbranding bewust mee. Bij een zwaardere graad verbranding blijft de herinnering en het gevoel aanwezig.
De temperatuur en de tijd dat de hitte op de huid inwerkt plus de oorzaak van de verbranding bepalen de diepte van een brandwond. Bij een eerstegraads verbranding is de huid rood, pijnlijk en droog, soms zwelt de huid wat op. Als je verbrand bent na een dagje strand heb je de huid een eerstegraads verbranding bezorgt. De huid herstelt zich na een paar dagen. De tweedegraads verbranding kent twee niveaus de oppervlakkige en diepe brandwond. Een oppervlakkige brandwond is pijnlijk, nat en rood. Bij deze tweedegraads verbranding kunnen blaren ontstaan.
De diepe tweedegraads verbranding is zeer pijnlijk, nat en roodachtig wit. Deze verbranding laat een duidelijke wond zien omdat de lederhuid is aangetast. De laatste graad is de derdegraads brandwond. Bij de derdegraads verwonding ontstaan diep wonden die blijvend littekens achterlaten. De hele huid is weg verbrand tot aan het onderhuids vetweefsel. De wond ziet er bij een derdegraads verbranding wit en zwart uit en is droog en leerachtig. Omdat ook de zenuwen aangetast zijn zal men bijna geen pijn voelen.