Energie wordt gezien als een natuurkundige grootheid, oftewel een kwalificeerbare natuurkundige eigenschap. Deze eigenschap kan dus rechtstreeks gemeten worden of uit worden gedrukt in andere natuurkundige grootheden. De SI-eenheid (Système international d’Unités) van energie is Joule. Er is overigens eveneens een niet officiële eenheid voor energie in omloop te weten de Watt of kilowatt als er grotere hoeveelheden energie weer moeten worden gegeven.
In veel gevallen wordt energie als de mogelijkheid om arbeid te kunnen verrichten omschreven. Dit hoeft niet alleen menselijke maar kan eveneens mechanische arbeid zijn. De totale hoeveelheid te verrichten arbeid om vanaf een begintoestand tot een gewenst eindresultaat te kunnen komen wordt dus de energie van een bepaald systeem genoemd. Kortom: de energie welke bijvoorbeeld nodig is om een zwaar voorwerp vanaf de grond op een verhoging te kunnen tillen of de hoeveelheid arbeid welke er nodig is om een spiraalveer in ontspannen toestand tot een bepaalde mate in elkaar te kunnen drukken.
Om de totale som van energie van een systeem te kunnen becijferen telt men alle vormen van energie welke op diverse wijzen op zijn geslagen bij elkaar op. Doordat de energie onafhankelijk is van hetgeen er voorheen gebeurd is dan noemt men dat eveneens een toestandsfunctie. Op die manier maakt het in het voorbeeld van de spiraalveer geen enkel verschil of er voor het indrukken van de veer iets hiermee gebeurd is. Als een systeem niet wordt gestopt dan zal het immer trachten om de hoeveelheid vrije energie zo gering mogelijk te houden.