Soms gebeurt een geboorte niet spontaan of mag deze om een medische reden niet spontaan plaatsvinden, dan wordt er besloten tot een keizersnede. Het voordeel van een keizersnede is dat men altijd precies weet op welke dag het kindje geboren zal worden. Bovendien heeft men tijdens een keizersnede geen baringspijnen. Bij een keizersnede wordt de baby via de buikwand gehaald.
Voor de arts een keizersnede uitvoert wordt eerst de lichamelijk conditie van de moeder gecontroleerd. Een keizersnede is een operatie dus de lichamelijke conditie moet in orde zijn. Vaak krijgt men de keuze tussen een narcose of ruggenprik. Het nadeel van een narcose is het missen van de eerste momenten na de geboorte van het kind, het kind zelf loopt geen schade op door de narcose. Afhankelijk van de keuze voor een narcose of ruggenprik duurt de hele operatietijd ongeveer drie kwartier.
Soms kan men een keizersnede niet plannen en wordt dit besluit genomen terwijl je al met een natuurlijke bevalling bezig bent. De reden kan zijn dat het baren te lang duurt en het leven van de moeder- of kind gevaar lopen, een verkeerde ligging van het kind waardoor het niet door het geboortekanaal kan, een onverwacht loslatende placenta e.d. Bij een onverwachte keizersnede beslist de arts de verdoving, vaak krijgt men in dit geval een snelle narcose toegediend vooral ook omdat de aanstaande moeder op zo’n moment angst krijgt. Meestal mag de partner bij de geboorte zijn, bij een onverwachte keizersnede hangt dit van de situatie af.