De extractor is een vacuum-apparaat dat gebruikt kan worden bij de geboorte van een baby als bij de geboorte onvoldoende vooruitgang wordt geboekt. Het is een alternatief voor een keizersnede of een tangverlossing. Als de baby in de stuitligging is, dan wordt deze methode meestal niet gebruikt. Over het algemeen is het gebruik van een vacuüm extractor heel veilig, zelden komen negatieve effecten voor, zowel voor de moeder niet als voor het kind. Er wordt een zuig-cup geplaatst op het hoofd van de baby. Goede plaatsing op het hoofd is heel belangrijk. Mocht deze methode geen baat hebben, dan zal de arts toch over gaan op een tangverlossing of keizersnede.
In het algemeen wordt de vacuüm extractor gebruikt als langdurig duwen en persen geen resultaat oplevert en de moeder de uitputting nabij is. Ook als er veranderingen in de foetale hartslag optreden of bij een ziekte waarbij er risico’s zijn bij te grote inspanningen, bijvoorbeeld bij hartaandoeningen.
De gevolgen van het gebruik van de vacuüm extractor zijn te zien op de hoofdhuid aan de bovenkant van het hoofdje. Deze plek is na ongeveer een week niet meer te zien. Bij het hanteren van deze methode blijft de moeder steeds een actieve rol spelen bij de geboorte. Een speciale verdoving is ook niet nodig. De zuigkracht die toegepast wordt op de baby is plezieriger dan wanneer een tangverlossing wordt toegepast. Het heeft ook een minder traumatisch effect op de moeder in vergelijking met een keizersnede of een tangverlossing.