Dat wind een belangrijk is geweest bij een heleboel ontwikkelingen in de geschiedenis is bij veel mensen wel duidelijk. Tegenwoordig wordt de wind alsmaar meer aangewend om energie mee op te wekken. Dit kan dan door windmolens, ook wel –turbines genoemd, te gebruiken. Op steeds meer locaties ziet men deze duurzame energieopwekkers bij zowel particulieren, bedrijven als voor commerciële doeleinden staan.
Een windmolen kan energie opwekken door de wind de relatief grote rotorbladen (ook wel de wieken genoemd) laat draaien. Door hun specifieke vorm worden deze al in beweging gezet bij een lage windsnelheid. Deze rotorbladen zijn aan een as die met de bladen kan meedraaien bevestigd. De beweging die de as maakt wordt in een tandwielkast tot een nog snellere beweging omgevormd. Een sneldraaiende as drijft vervolgens een generator aan die op zijn beurt elektriciteit opwekt. De werking van een windmolen kan men, min of meer vergelijken met de werking een dynamo welke bevestigd zit op een fiets.
Naast windmolens die een tandwielkast hebben kan men vandaag ook windmolen vinden die speciale elektronica bezitten ontwikkelt voor het opwekken van elektriciteit. Dergelijke windmolens kunnen al bij een lager toerental van de wieken al elektriciteit opwekken. Door een motortje kunnen bovendien de rotorbladen recht op de wind gericht worden en het maximale rendement worden behaald. Zo kan er al bij windkracht 2 (op de schaal van Beaufort) elektriciteit worden opgewekt. Het maximale rendement kan men bij een windkracht 6 behalen terwijl een windmolen zichzelf uitzet bij een windkracht 10 of meer.