Hypertensie, oftewel hoge bloeddruk, is een aandoening die met name in westerse landen algemeen voorkomt. In ongeveer 90 tot 95 procent van de gevallen is de oorzaak van een hoge bloeddruk onbekend. Er is dan sprake van idiopathische of essentiële hypertensie. In de overige situaties is in de regel sprake van een renale oorzaak, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van vernauwingen in één of beide nierslagaders.
Een veronderstelling stelt dat zout, dat wil zeggen natrium en kalium, bij het ontstaan van hypertensie een belangrijke rol speelt. Bij natuurvolkeren met een dieet waarin weinig of zelfs geen natrium maar wel veel kalium aanwezig is, is het fenomeen hypertensie namelijk erg zeldzaam. Voor het westerse dieet geldt juist het omgekeerde: een heleboel natrium en slechts kleine hoeveelheden kalium. Natrium heeft een verhogend effect op de bloeddruk. Door een relatief grote hoeveelheid natrium en een relatief kleine hoeveelheid kalium trekt het gladde spierweefsel van de bloedvaten zich heftiger samen. Om door de bloedvaten bloed te kunnen blijven pompen zal het hart hypertensie gaan genereren. Natrium en kalium hebben eveneens invloed op de wijze waarop de bloeddruk wordt gereguleerd.
Het gebruik van alcohol draagt bij aan het krijgen van een hoge bloeddruk. Uit onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is gebleken dat ongeveer 16 procent van alle gevallen van hypertensie gerelateerd is aan het alcoholgebruik. Roken draagt eveneens bij aan een verhoging van de bloeddruk. Dit heeft zowel te maken met de vaatvernauwende effecten van nicotine, als door een frequentieverhoging van de hartslag door deze nicotine.