De meest natuurlijke manier om een (pasgeboren) baby te voeden is door het geven van borstvoeding. Het lichaam van de moeder heeft hiervoor, tijdens de zwangerschap, reeds melkklieren aangelegd in de borsten, en na de geboorte zal de borstvoeding vaak na korte tijd op gang komen. Men kan dit stimuleren door de pasgeboren baby vrij kort na diens geboorte aan de borst te leggen en deze op de tepel te laten sabbelen en zuigen.
Het lichaam van de moeder zal daardoor prikkels ontvangen die de productie van de moedermelk op gang zullen brengen. Na een paar dagen zullen de melkklieren dan voldoende moedermelk aanmaken om het kindje van alle benodigde voedingsstoffen en antistoffen te voorzien die het nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen en te kunnen groeien.
Na verloop van tijd zal de moeder voelen wanneer het weer bijna tijd is om haar baby te voeden. Haar borsten zullen dan zwaar aanvoelen, hard worden en zelfs kan zij een prikkelend gevoel ervaren. Wanneer de baby niet direct aan kan worden gelegd kan er zelfs wat moedermelk uit de tepels komen lopen of de moeder last krijgen van stuwing. Deze stuwing kan soms zelfs pijnlijk zijn en zal de druk verlicht dienen te worden door met de hand wat moedermelk uit de borst te kolven.
Hoelang een baby borstvoeding zal krijgen is van een heleboel factoren afhankelijk. Zo is de persoonlijke wens van de moeder erg belangrijk evenals de situatie waarin zij verkeerd (gaat ze weer werken of juist niet).