Een keizersnede, of sectio caesarea, is een wijze van bevallen waarbij de moeder operatief door middel van de buikwand (dus niet via de vagina) van haar kind of kinderen wordt verlost. Ter wereld is dit de meest uitgevoerde operatieve ingreep.
In sommige gevallen heeft de reden voor een keizersnede met name te maken met de moeder, bijvoorbeeld wanneer zij een abnormale anatomie van het kleine bekken heeft zodat er geen, of te weinig, ruimte is om de baby door te laten. Het kind is in andere gevallen in acuut gevaar, zogenaamde foetale nood, als bijvoorbeeld de placenta plotseling los heeft gelaten of de navelstreng uit is gezakt. Een keizersnede is dan de enige kans om het leven van de baby te redden. Redenen die minder zwaarwegende zijn, zijn onder andere: een mislukte vacuümextractie of tangverlossing, een te groot kind in verhouding tot de grootte van het geboortekanaal, in het verleden meerdere keizersneden waardoor de baarmoeder is verzwakt, een meerlingen zwangerschap, een ongunstige ligging van de ongeboren baby, een infectie van het geboortekanaal of een totale perineumruptuur bij een eerder bevalling waardoor uitgebreide chirurgie noodzakelijk was.
In elke situatie dient steeds weer een afweging te worden gemaakt of er een vaginale bevalling mogelijk of wenselijk is. In deskundige handen is een keizersnede veilig en heeft in een aantal gevallen een keizersnede de voorkeur. In een heleboel landen bestaat de neiging aanzienlijk sneller tot een keizersnede te besluiten. In de Verenigde Staten bedraagt het aantal keizersneden soms tientallen procenten van alle bevallingen.