Een zwangerschap heeft een gemiddelde duur van 40 weken. Op het moment dat een kind wordt geboren tussen 37 en 42 weken wordt dit als ‘op tijd’ beschouwd. In principe is dan, mits er geen overige complicaties zijn, een thuisbevalling mogelijk. Wanneer een baby echter wordt geboren na een zwangerschap die korter heeft geduurd dan 37 weken dan is er sprake van een vroeggeboorte.
Zodra een zwangerschap spontaan voor de tweeëntwintigste week van de zwangerschap eindigt, wordt er gesproken van een miskraam. Een vroeggeboorte met een zwangerschapsduur van 32 weken of minder wordt extreme prematuriteit genoemd. Afhankelijk van de tijd dat een kind veel te vroeg is geboren dient het in een couveuse te verblijven tot dit volgroeid is.
Bij een geboortegewicht worden in de regel twee grenswaarden gehanteerd. Een geboortegewicht dat lager ligt dan 2.500 gram wordt als ‘laag’ aangeduid en een geboortegewicht tot 1.500 gram wordt zelfs ‘erg laag’ genoemd. Het kan overigens voorkomen dat een te vroeg geboren baby slechts een geboortegewicht heeft van rond de 600 gram.
Een vroeggeboorte kan gevolgen hebben voor de pasgeboren baby. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan: een lichamelijke- en/of een geestelijke handicap, gedragsproblemen, ADHD, een verstoring in de sensorische integratie en achterstanden in het leerproces. Het is van belang daarbij te vermelden dat er een kans bestaat is dat te vroeg geboren baby’s één of meerdere van dergelijke stoornissen kan ontwikkelen. Het is echter niet per definitie het geval dat een vroeggeboorte zeker tot één of meerdere stoornissen moet leiden.