De begeleiders van de zwangerschap, verloskundige of huisarts, zal iedere keer een paar standaard zwangerschapsonderzoeken uitvoeren. Bij elk bezoek wordt men gewogen en wordt er gekeken of de baby goed blijft groeien. Verder wordt de bloeddruk gemeten en de urine gecontroleerd. Tevens wordt de groei van de baarmoeder en de ligging van de baby in de baarmoeder wordt gemeten en nauwkeurig bijgehouden. Andere zwangerschapsonderzoeken die tijdens een aantal consults worden gedaan zijn een aantal bloedtests en echografieën.
Het kan echter ook nodig zijn om tijdens een zwangerschap één of meerdere speciale onderzoeken te verrichten. Een reden daarvoor kan de leeftijd van 35 jaar of ouder zijn maar ook wanneer er een erfelijke ziekte in de familie voorkomt. Door het uitvoeren van een speciaal onderzoek kan men tijdens de zwangerschap namelijk zien of alles goed gaat met de baby. Bovendien kunnen sommige afwijkingen of ziektes reeds in een vroeg stadium op worden gespoord. Een aantal zwangerschapsonderzoeken die uit kunnen worden gevoerd zijn: een vruchtwaterpunctie, een nekplooimeting, een vlokkentest, een triple test, foetoscopie of het afnemen van bloed bij het ongeboren kindje.
Vaak is er reeds een aanleiding om een speciaal onderzoek uit te laten voeren. Een arts heeft bijvoorbeeld al een vermoeden dat de foetus een bepaalde aandoening of afwijking kan hebben ontwikkeld of de kans daarop is door de geschiedenis van de ouders en hun familie erg aannemelijk. Zo kan er bijvoorbeeld een nekplooineting bij een foetus worden gedaan wanneer er vermoed wordt dat deze het syndroom van Down heeft.