Waarom een vrouw zwangerschapsvergiftiging krijgt is niet altijd duidelijk, ook niet waarom de zwangerschapsvergiftiging in verschillende hoogtes ontstaat. Er zijn wel sommige risicogroepen bekend. Als je een keer een zwangerschapsvergiftiging hebt gehad dan hoeft dat bij volgende zwangerschappen niet altijd terug te komen. Het grootste risico op zwangerschapsvergiftiging hebben vrouwen van vijf en dertig jaar en ouder die voor het eerst zwanger raken. Ook bij jongere vrouwen is de eerste zwangerschap een groter risico dan de zwangerschappen daarna. Verder zijn er ziektes en lichamelijke afwijkingen waarbij een zwangerschapvergiftiging kan ontstaan. En ook een zwangerschap van een meerling kan een oorzaak zijn.
Bij een ziekte of afwijking uit de risicogroep houdt een arts rekening met de mogelijkheid en zal alerter zijn op de symptomen van een zwangerschapsvergiftiging. Echte bewijzen zijn er niet voor maar de meeste artsen zijn van mening dat ook erfelijke factoren een rol kunnen spelen bij een eventuele zwangerschapsvergiftiging. Een zwangerschapsvergiftiging kan (tijdelijke) schade aan de moeder en de baby toebrengen.
Na de bevalling herstelt men vaak snel weer van een zwangerschapsvergiftiging., maar er zijn ook gevallen bekend waarbij het volledig herstel een langere tijd duurde. Ook de baby herstelt zich weer. De meeste baby’s waarvan de moeder een zwangerschapsvergiftiging hebben gehad hebben een lager geboortegewicht door de verstoring van de toevoer van voedingsvoedingsmiddelen. Als er een ernstige vorm van zwangerschapsvergiftiging ontstaat dan zal men meestal tot een vroeggeboorte besluiten om zowel de moeder als het kind te beschermen. Zwangerschapsvergiftiging ontstaat meestal vanaf de zesde maand.