Vrijwel iedereen heeft weleens gehoord van Monaco, het Europese luxe oord dat gelegen is aan de Côte d’Azur. Monaco is niet alleen een uitstekend belastingsparadijs voor de mensen met heel veel geld op hun bankrekeningen want het trekt eveneens al ruim een eeuw toeristen met het beroemde casino van Monte Carlo.
Houdt men van een gokje wagen in stijl dan moet men zeer zeker in Monaco, het tweede kleinste land van heel de wereld, zijn. Dat Monaco een plaats is waar de rijken der aarde graag verblijven dat merkt men aan de talloze luxe jachten in de haven. Toch heeft het prinsbisdom eveneens voor de wat meer gewone citytripper meer dan genoeg verrassingen in het verschiet. In Monaco-Ville, de oude vestingstad, kan men lekker dolen door de schilderachtige nauwe straatjes.
Aan het Prinselijk Paleis, de residentie van de familie Grimaldi, dat reeds stamt uit de twaalfde eeuw, kan men elke middag de wisseling van de wacht gaan bijwonen. In de schitterende Jardin Exotique en de Japanse Tuin komt men helemaal tot rust. Liefhebbers van de autosport kunnen het best eens een bezoekje aan de stad brengen op het moment dat er een Grand Prix-autorace gehouden wordt.
Is men ’s avonds in Monaco dan kan uiteraard gaan gokken maar men kan zich eveneens in het bruisende uitgaansleven storten. Maar pas nadat men een hapje gegeten heeft in één van de uitmuntende Monegaskische restaurants. Overdag bieden de exclusieve winkels genoeg vermaak, niet enkel om de kopers, maar eveneens om alles te zien.