Als een kind geboren is worden vaak de vingertjes en teentjes geteld om te kijken of het kind compleet is. Het tellen van de vingertjes en teentjes is eigenlijk niet meer dan het op het oog vaststellen van een eventuele afwijking. De angst voor een afwijking is normaal, aanstaande ouders zeggen niet voor niets “als het maar gezond is”. Toch is gezond of alles op zijn plaats niet de normaalste zaak van de wereld.
Dagelijks worden er kinderen geboren die een in mindere of meerdere mate afwijking hebben. Sommige ouders zijn hier al voorbereid omdat er een afwijking in de familie zit, in dit geval spreekt men van een genetische afwijking. Ook kan er tijdens de zwangerschap iets niet goed gaan en wordt het kind met een afwijking geboren. Niemand had dit kunnen voorzien, het is een aangeboren afwijking. Afwijkingen die bij de geboorte aanwezig zijn hebben dus een erfelijke of aangeboren oorzaak.
Een afwijking kan ook ontstaan, bij het dragen van te kleine of strakke schoentjes kunnen de voetjes van een kind in een afwijkende stand komen staan. Een hoofdje kan een afwijkende vorm krijgen door het kind telkens op een zij te leggen. Baby’s en kinderen zijn nog in de groei, vooral bij baby’s is alles nog zacht en kunnen bij verkeerde handelingen afwijkingen ontstaan. Een kind dat vaak en veel duimt kan een afwijking in de duim en het gebit krijgen. Bij volwassenen kan een afwijking ontstaan door bijvoorbeeld een breuk of na chirurgische ingrepen.