De baarmoeder, in de medische wereld uterus genoemd bevindt zich onderin de buik van de vrouw. Zij bestaat uit het lichaam, de plaats waar de baby groeit en de baarmoederhals waaraan de baarmoedermond vastzit die in verbinding staat met de vagina. Aan het baarmoederlichaam zitten de eileiders vast. Een baarmoeder is het orgaan dat er zorg voor draagt dat wij ons voort kunnen planten. Het orgaan verzorgt niet alleen een veilige plek voor de baby om te groeien maar zorgt er ook voor dat we zwanger kunnen worden en blijven.
De baarmoeder heeft de vorm van een peer en is aan de binnenkant bekleed met spierweefsel. Dit spierweefsel zorgt voor de weeën tijdens de bevalling. Aangesloten aan de baarmoeder zitten twee slagaders die voor de bloedtoevoer zorgen, de zogenaamde baarmoederarteriën. Deze slagaderen zitten links en rechts van de baarmoeder. Een baarmoeder is een tamelijk klein orgaan, ongeveer de grootte van een babyknuistje. Tijdens de zwangerschap rekken de wanden uit en groeit de baarmoeder mee met de baby. Na de zwangerschap blijft de baarmoeder meestal wat groter tot hij na de menopauze weer terug slinkt naar haar oude formaat.
Het baarmoederslijmvlies bestaat uit twee lagen, de basislaag en de laag die aangroeit onder invloed van de hormonen. De laag die aangroeit wordt als er geen zwangerschap ontstaat maandelijks afgestoten tijdens de menstruatie. Het baarmoederslijmvlies bevindt zich aan de binnenkant van de baarmoederholte. De laag die aangroeit noemt men ook wel de functionele laag omdat hierin het eitje zich vast nestelt.