Iedere vrouw heeft twee borsten, hiermee zal zij borstvoeding kunnen geven aan een gebaarde baby. Borsten zijn een zogenaamd secundair geslachtskenmerk van een vrouw en hebben eveneens een seksuele functie. De Latijnse (en huidige medische) term voor borst is mamma (meervoud: mammae).
Zowel jongens als meisjes hebben bij hun geboorte twee tepels en een erg geringe hoeveelheid borstweefsel. Door de hormonen die zij van hun moeder meekrijgen, kunnen, zowel jongens- als meisjes, kort na de geboorte enige zwelling vertonen van het borstweefsel. Het verschijnsel wordt heksenmelk genoemd en gaat vanzelf over. In de puberteit gaan de borsten van meisjes groeien. Doordat er meer vetweefsel ontstaat en omdat het melkklierweefsel zich gaat ontwikkelen groeien de borsten. Als een vrouw in verwachting is dan vindt er in haar borsten nog een verdere ontwikkeling plaats om deze zo voor te bereiden op hun taak bij het voeden van de baby.
De voornaamste taak van melkklieren in de borsten van een vrouw is het, met moedermelk, voeden van de baby. Zowel kleine als grote borsten produceren vaak genoeg moedermelk. Door de interactie tussen moeder en kind past de hoeveelheid geproduceerde moedermelk zich dikwijls prima aan de behoefte van de baby aan.
Een heleboel mannen vinden de borsten van vrouwen aantrekkelijk en kunnen er seksueel opgewonden van raken. Vaak is dat wanneer zij naar de borsten kijken, deze aanraken of wanneer zij erdoor aan worden geraakt. Vrouwen kunnen zelf eveneens seksueel opgewonden raken van het feit dat hun partner tijdens de seks hun borsten aanraakt.