De eisprong (ovulatie) is het afgestoten worden van een eicel op een eierstok. Dit proces vindt bij een vrouw één keer in een menstruatiecyclus plaats, namelijk in het midden van deze cyclus. Hierbij komt er in één van de twee eierstokken die een vrouw heeft een eicel tot rijping. Het moment dat de eicel door de eierstok af wordt gestoten wordt de eisprong genoemd. Men noemt dit zo omdat de eierstokken (ovaria) niet direct aan de eitrechter en dus aan de eileider (oviduct) van de vrouw vastzitten maar met een vlies zich vlak onder deze trechter bevinden. De eicel die rijpe is geworden moet dus bij de eisprong een kleine sprongetje maken om in de eileider terecht te kunnen komen. De eicel wordt vervolgens door de eileider naar de baarmoeder (uterus) vervoerd.
Doordat de zaadcellen van een man binnenin het lichaam van een vrouw meerdere dagen in leven kunnen blijven, is het niet per se nodig om op de dag van de eisprong geslachtsgemeenschap te hebben om een bevruchting te kunnen laten plaatsvinden. Met een zogenaamde ovulatietest kan men de LH piek op gaan sporen. De eisprong vindt plaats zo’n 20 tot 48 uur na de start van deze LH piek. De vrouw is dan in haar meest vruchtbare periode van de gedurende de menstruatiecyclus en dus is dit het moment met de meeste kans om zwanger te worden.
Soms komen er twee, eicellen tot rijping per menstruatiecyclus. Worden deze bevrucht dan kan op deze wijze een twee-eiige tweeling ontstaan.