Haar is vaak de benaming van de lichaamsbeharing van de mens maar kan eveneens betrekking hebben op het zogenaamde hoofdhaar, dus haar dat op het hoofd een mens groeit. Gemiddeld groeien er tussen de 100.000 en 150.000 haren op de huid van een menselijke schedel maar dit is afhankelijk van genetisch bepaalde factoren. De haren groeien gemiddeld iedere dag 0,3 millimeter, wat op circa één centimeter per maand neerkomt. Evenals het andere lichaamshaar, groeit het hoofdhaar ook volgens de zogeheten haarcyclus.
Haar op het hoofd groeit ten opzichte van de overige menselijke lichaamsbeharing het snelst. Bij mannen kan het hoofdhaar 40 tot 50 centimeter lang worden, bij de vrouwen kan dit zelfs tot 70 of 80 centimeter oplopen. Haar groeit dus niet oneindig, wat wil zeggen dat een haarlengte van ruim een meter niet gauw voorkomen. Dit heeft te maken met de haarcyclus die voor elke haar anders is: tot aan het moment van de haaruitval kan een haar twee tot zes jaar blijven groeien. Vervolgens kan uiterlijk twaalf maal een nieuwe haar aan worden gemaakt. Dit wil zeggen dat bepaalde personen, met name mannen, eerder met kaalheid te maken zullen krijgen, dan anderen.
Het aantal haren per individu verschilt, maar kan op basis van kleur vast worden gesteld. Zo hebben mensen met blond haar de meeste haren op hun hoofd en roodharige mensen juist de minste. Zwart- en bruinharige personen hebben vrijwel hetzelfde aantal haren op hun hoofd staan hoewel bruinharigen er net wat meer op het hoofd hebben.