De huid vormt de buitenste bekleding van een menselijk of dierlijk lichaam. Bij een mens wordt de huid gezien als het meest grote orgaan omdat heel de huid meer weegt dan ieder ander intern orgaan. De huid bevat bovendien, net zoals de interne organen, diverse gespecialiseerde cellen welke gezamenlijk een taak vervullen. Verder is de huid het enige orgaan dat zonder verdere hulpmiddelen of ingrepen van buitenaf beschouwd mag worden.
Met haar wordt het uitgroeisel van de opperhuid bij zoogdieren, zoals de mens, bedoeld. Haar is zelfs kenmerkend voor alle zoogdieren ook al komt het bij een aantal soorten voor dat haar niet aanwezig is tijdens een aantal stadia van het leven. Het haar van diersoorten die niet-menselijk zijn wordt dikwijls als bont aangeduid. Het haar heeft een aantal verschillende taken: zo verschaft het isolatie tegen lage temperaturen en, bij bepaalde soorten dieren, eveneens tegen warmte. Het lichaamshaar van mensen heeft echter geen duidelijke taak, omdat een mens niet genoeg haren meer heeft om zichzelf ermee warm te kunnen houden of af te kunnen koelen.
Een nagel is de harde bescherming welke een mens of dier op de bovenkant van een vingertop, teen, buitenzijde van de hoef of nagels van een klauw heeft. De taak van een nagel is dat deze de zenuwuiteinden in de toppen van de vingers beschermen. Hierdoor zal er geen vorming van eelt plaatsvinden op de vingertoppen. Doordat er zich nagels bevinden behoudt een dier of mens het gevoel in de vingertoppen bij het gebruik ervan.