De voet is het lichaamsdeel wat gebruikt wordt voor de voortbeweging en waarop men staat. De voet is het naar voren gerichte uiteinde (dat nog onder de enkel zit) van het been (tenminste in het geval van de mens) of de achterpoot (bij bepaalde dieren). De voet van de mens bestaat uit 26 afzonderlijke beenderen, 33 gewrichten, 19 spieren en pezen en 107 ligamenten. Hiermee kunnen er bijzonder ingewikkelde bewegingen worden gemaakt om te kunnen lopen. De menselijke voet valt te verdelen in drie verschillende gebieden: de voorvoet die bestaat uit de tenen en de 5 middenvoetsbeenderen, de middenvoet die uit tenminste vijf voetwortelbeenderen is opgebouwd en de achtervoet die het draaipunt van de enkel is en uit de twee grootste voetwortelbeenderen bestaat. Dit zijn het zogenaamde sprongbeen en het hielbeen.
Indien de grote teen de langste teen spreekt men ook wel van een Egyptische voet. Dit fenomeen komt bij circa 60 procent van de mensen voor. Bij 10 procent van de mensen is de tweede teen juist de langste teen. Dit is dan een zogenoemde Griekse voet. Afhankelijk of juist de rechter- of linkervoet (en been) als voornaamste gebruikt wordt dan is er sprake van een rechts of linksvoetigheid. Onder ander in de voetbal wereld valt deze term veelvuldig.
De mens is het enige zoogdier dat constant op beide voeten staat. Dit maakt de handen van de mens vrij voor andere taken dan het voortbewegen. Schoenen beschermen en ondersteunen de voeten tijdens het staan en het lopen tegen beschadigingen.