Cirrose is een niet omkeerbaar proces van het omzetten van de levercellen naar littekenweefsel. De vaakst voorkomende oorzaak van cirrose in de westerse wereld is het misbruik van alcohol. Overige oorzaken zijn chronische ontstekingen aan de lever zoals bijvoorbeeld hepatitis B en C of ijzerneerslag (hemochromatose). In tegenstelling tot de zogenaamde vervetting van de lever, welke nog wel omkeerbaar is, zal het littekenweefsel nooit meer tot de originele cel terug kunnen worden gevormd en neemt de capaciteit van de lever af.
Cirrose is dus de vernietiging van normale weefsel van de lever. Hierdoor zal niet werkend littekenweefsel ontstaan rondom de delen van de lever die nog wel functioneel zijn. In de leeftijdsgroep van 45 tot 65 jaar is cirrose de derde doodsoorzaak, na hart- en vaatziekten en kanker. Bij een ernstige vorm van cirrose is de enige behandeling die overblijft een levertransplantatie.
Uiteindelijk kan cirrose portale hypertensie veroorzaken: een te hoge bloeddruk in het vaatsysteem tussen de darmen en de lever. Daardoor kunnen spataderen in de slokdarm worden gevormd welke tot slokdarmbloedingen kunnen leiden. Door een toename van de bloeddruk in de buikvaten kan eveneens de milt groter worden. Verder kan door de portale hypertensie buikvocht ontstaan waardoor de buik op gaat zwellen.
Een zeer ernstige complicatie van cirrose is het ontstaan van een zogenaamd levercoma waarbij afbraakproducten van het lichaam, zoals bijvoorbeeld ammoniak, niet goed worden gemetaboliseerd door de lever en vooral in de hersenen schade aan kan richten. Een patiƫnt kan daardoor in een (sub)comateuze toestand terecht komen.